door Johan van der Veen (1)
Tot zijn deportatie woonde vader Antonie Bannink aan de Korte Zandstraat 81 (nu nr. 4) en zoon Dirk Johan Hendrik aan de 1e Weerdseweg 87 (nu nr. 60).
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Antonie Bannink | Deventer | 13-01-1887 | Neuengamme | 03-05-1945 |
Dirk Johan Hendrik (Dick) Bannink | Deventer | 22-11-1914 | Leusderheide Woudenberg | 16-10-1942 |
Familie
Toon (Antonie) werd op 13 januari 1887 in Deventer geboren als zoon van Bertha Sotthewes en dagloner Johannes Bannink. Bij zijn geboorte was er al een zusje, Geertruida, dat ruim twee jaar ouder was. Op 2 juni 1888 zag zijn zusje Anna (Johanna) het levenslicht. In deze periode woonde het gezin achtereenvolgens in de Walstraat, Achter de Broederen en in de Bergstraat. Moeder Bertha overleed op 17 januari 1889, vader Johannes op 23 januari 1890.
Het weeshuis
Op 15 februari 1890 werden Toon en zijn beide zusjes opgenomen in het Deventer weeshuis en kinderhuis. In de bevolkingsregisters treffen we hem op 15 mei 1905 bij de familie Aggenbach en op 21 februari 1906 bij de familie Jonker aan. Waarschijnlijk werd Toon bij deze gezinnen uitbesteed. Officieel verliet Toon het weeshuis op 7 mei 1906 met een uitzetbedrag van fl. 100,- en een kerkboek. Op dat moment was hij pakhuisknecht van beroep. Op 9 augustus 1907 werd hij bij het gezin Jonker uitgeschreven. Hij vertrok naar Ambt-Almelo.
Stiefzoon Jo Groothuis schreef na de oorlog dat het verblijf in het weeshuis grote invloed heeft gehad op het klassenbewustzijn van Toon. Daarbij noemt hij als schrijnend voorbeeld, dat Toon op veertienjarige leeftijd bij een boer in Twello werd uitbesteed. Hij moest ‘s morgens vroeg opstaan en tot zonsondergang werken voor een hap eten en een stuiver zakgeld.
Op eigen benen
Vanuit Ambt-Almelo kwam Toon op 15 november 1907 in Winterswijk terecht. Daar was hij in de kost bij huisschilder Herman Willink. Zijn beroep was arbeider. Op 12 mei 1908 vertrok hij naar Duisburg (Duitsland).
Op 4 juni 1909 trouwde Toon in Winterswijk met Wilhelmina Margaretha Uijtermerk. Toon was arbeider van beroep en woonde op dat moment in Hengelo (Overijssel). Zijn vrouw was kort voor het huwelijk vanuit Enschede bij haar ouders in Winterswijk gaan wonen. Na de geboorte van zoon Martinus Jacobus op 25 juni van dat jaar bleef ze bij hen. Toon deed wel aangifte van de geboorte, maar woonde niet bij zijn vrouw. Het huwelijk strandde dan ook en werd op 6 juli 1910 voor de rechtbank in Zutphen ontbonden. Over Toon wordt opgemerkt, dat hij arbeider is “zonder bekende woon- en verblijfplaats in dit Koninkrijk”.
Op 9 augustus 1913 keerde Toon vanuit het buitenland naar Deventer terug. Hij trok in bij zijn oom en tante, Pieter en Joanna Evers - Sotthewes, aan de Noordenbergstraat. Hij was toen opperman van beroep.
In Deventer trouwde hij op 4 december 1913 met Driesje Johanna van de Vijver, weduwe van Johannes Hermanus Antonius Groothuis. Driesje bracht uit haar vorige huwelijk een zoon mee, Jo (Johannes Hermanus Antonius) Groothuis. Op 22 november 1914 kregen Toon en Driesje hun eerste zoon, Dick (Dirk Johan Hendrik), op 11 januari 1917 gevolgd door Ton (Antonie). In de geboorteaktes worden de volgende beroepen van Toon genoemd: opperman en bootwerker.
In deze periode woonde het gezin op het Bergschild en op twee adressen aan de Bergstraat.
Volgens de gezinskaart die van na 1920 dateert, was Toon in die tijd reiziger van beroep.
Politiek
Voor de raadsverkiezingen van 22 mei 1919 stond Toon vijfde op de kandidatenlijst van de Socialistische Partij (SP). De SP kreeg 776 stemmen. Door een lijstverbinding met de Communistische Partij Holland (CPH), die 293 stemmen behaalde, hing het erom of de SP een vierde zetel zou krijgen of dat deze zetel naar de communisten zou gaan. Uiteindelijk werd de zetel aan de SP toegewezen. (2) Het Deventer Dagblad van 13 juni 1919 (zie de foto links, bron Deventer Dagblad) liet weten dat het centraal stembureau Toon als eerste raadsopvolger had aangewezen bij eventuele vacatures in de fractie van de SP. Op 30 juli hield de afdeling een huishoudelijke vergadering. Cees (Cornelis) van Giesen werd tot voorzitter gekozen. Er werd uitvoerig gediscussieerd over de vraag of men al dan niet directe of indirecte bestuurlijke verantwoordelijkheid moest aanvaarden. Deze vraag stond namelijk op de agenda van de vergadering van raadsleden die op 10 augustus in Amsterdam zou worden gehouden. De afdeling wees het aanvaarden van deze verantwoordelijkheid af. Onduidelijk was nog wie het vierde raadslid voor de SP zou worden. Uiteindelijk startte de SP-fractie op 2 september met Johan Roebers, Willem van der Hoop, Albert Johan Gerards en Jan Landman. Toon nam geen zitting in de raad.
Winterswijk
Op 21 februari 1925 vertrok Toon met zijn vrouw en drie zoons naar Winterswijk. Ze vestigden zich op het adres Meddosestraat 4b. Lang duurde het verblijf in Winterswijk niet, want op 10 december werd het gezin alweer in Deventer ingeschreven, op het adres Rijkmanstraat 26.
De bekende communist
Na terugkeer in Deventer ruilde Toon zijn beroep van reiziger in voor dat van portier. Daarna werd hij colporteur in combinatie met kelner. Toon en zijn gezin woonden tot het uitbreken van de oorlog in totaal op 12 verschillende adressen.
We weten niet wanneer Toon lid van de Communistische Partij Holland is geworden. Begin juli 1934 leidde de steunverlaging door de regering tot het Jordaanoproer in Amsterdam. Ook in Deventer was het onrustig. De communisten en radicale socialisten werden angstvallig in de gaten gehouden. Zo lezen we in een politierapport van 12 juli 1934, dat een politie-informant in het voorbijgaan op de Pikeursbaan had gehoord dat een zekere Bannink, wonende op de Bergstraat, tegen een onbekende had gezegd dat De Tribune weer zou verschijnen en in Enschede zou worden gedrukt. Waarschijnlijk gaat het hier om Toon.
Voor de raadsverkiezingen van juni 1935 stond Toon als nummer zes op de kandidatenlijst van de CPH.
In een politierapport van maandag 1 februari 1937 klaagt een agent bij de commissaris over de enorme toename van het colporteren door de verschillende politieke partijen op zaterdag 30 januari. “Op voormelden datum werd door mij echter geconstateerd dat meerdere communisten waaronder de bekende Bannink met communistische lectuur heen en weer liepen in de Nieuwstraat.”
Nadat de nazi’s de macht in Duitsland hadden gegrepen, bekommerde Toon zich om het lot van Duitse emigranten. Arm als hij was, hij nam hen gastvrij in zijn huis op.
Toon was niet alleen politiek actief. In de periode 1931 – 1934 komen we hem eveneens tegen als bestuurslid van de Vereniging tot Bevordering der Belangen van Tbc-patiënten. In de jaren 1932 – 1934 was hij voorzitter.
Het gezin van Dick
Dick ging na de lagere school werken. Hij was een tijdlang bezorger van beroep. Met een driewieler-bakfiets bezorgde hij boodschappen voor kruidenier Simon de Wit, die in het najaar van 1933 een filiaal in Deventer opende. Links hiernaast een portret van Dick in Kamp Amersfoort, getekend door John Dons.
Hij trouwde op 7 maart 1934 met Wytske Wesselink, dochter van een katoenwever, die op 19 april 1915 in Deventer was geboren. Vader Toon was op dat moment colporteur van beroep, Dick loopknecht en Wytske inpakster.
Dick en Wytske trokken na de huwelijksvoltrekking in bij de ouders van Dick op Roggestraat 28. Op dit adres werd op 18 juli 1934 zoon Ton (Antonie) geboren. Op 22 september 1934 verhuisde het gezin van Toon naar Bergschild 23. In augustus 1935 verlieten Dick, Wytske en de kleine Ton Roggestraat 28 en trokken bij Toon en zijn gezin op het Bergschild in. Daarna woonden ze op de Smedenstraat, Lettelerstraat en Graaf van Burenstraat. Op 28 december 1937 vestigden zij zich weer op het adres Bergschild 23, dat intussen door Toon en zijn gezin was verlaten. Op 9 juli 1938 vertrokken ze naar de Eerste Weerdsweg. De woning op het Bergschild deelde de jonge familie Bannink met Jo Rodert en zijn vrouw. De laatst genoemden verlieten dit adres eveneens in juli 1938.
Eind jaren dertig was Dick in de zomer badmeester in zwembad “’t Beekmeertje” van de familie Van Til in Voorst, in de winter werkte hij in de werkverschaffing.
Eind augustus 1940 vond er gezinsuitbreiding plaats. Er werd een dochter geboren.
Sport
In de periode 1931 – 1937 komen we Dick met regelmaat tegen in sportberichten in het Deventer Dagblad. Hij was tot in 1937 lid van de Deventer Krachtsport Vereniging Hercules. In het Deventer Dagblad van 23 november 1934 staat een kort verslag van zijn gewonnen worstelpartij tegen KDO-lid Zandscholten. De verslaggever eindigt met de opmerking: “Dat Bannink op den duur nog wel van zich laat hooren, staat voor ons vast. Hij is de “coming-man” van het Oosten, in het middengewicht, evenals De Vries van K.D.O. in het vedergewicht.” Hij blonk niet alleen uit in het Grieks-Romeins worstelen maar ook in het gewichtheffen. In beide disciplines behaalde hij prijzen. Hij maakte enige tijd deel uit van het bestuur van Hercules. In 1937 stopte hij bij deze vereniging.
Dick was een allround sportman. Hij was bedreven in acrobatiek, koorddansen, gymnastiek, zwemmen en kanoën. Op 4 september 1935 ontving hij als lid van de Deventer Reddingsbrigade het diploma A van de Nederlandse Bond tot Redding van Drenkelingen. In januari 1940 werd hij bij schaatswedstrijden voor werklozen, in de categorie tot en met 30 jaar, vijfde van de 48 deelnemers.
Op 3 maart 1938 komen we Dick voor de laatste keer in een worstelverslag in de krant tegen. Hij worstelt dan voor KDO. Er diende zich namelijk een nieuwe passie aan: de politiek.
De jonge communist
De keuze van Dick voor het communisme is ongetwijfeld beïnvloed door zijn vader. In 1936 werd hij lid van de CPN.
In 1937 behoorde Dick samen met Jo Rodert tot de stakers die het werk neerlegden in de werkverschaffing aan het Twente-Rijnkanaal. Ontstond er toen een vorm van vriendschap tussen hen beiden die leidde tot het tijdelijk delen van een woning? Op de foto rechts een stakingsbiljet Twente-Rijnkanaal, een pamflet (collectie Johan van der Veen) dat ten behoeve van de stakers aan het Twente-Rijnkanaal werd verkocht.
In die tijd gingen Jo Rodert en Dick regelmatig in het weekeinde naar Utrecht. Ze volgden er een cursus van de CPN. Dick combineerde deze cursus met worsteltrainingen, waarschijnlijk voor een landelijke selectie. In Utrecht overnachtten ze bij vrienden of familie van Jo. Zo nu en dan ging Riek, de vrouw van Jo, ook mee.
Voor de Provinciale Statenverkiezingen op 19 april 1939 was Dick in de kieskringen Deventer, Zwolle en Kampen lijsttrekker voor de CPN. In de andere kieskringen stond hij tweede achter H.J. Geesing. In de aanloop naar deze verkiezingen organiseerde de CPN op 13 april een verkiezingsavond in Help U Zelven. Kamerlid David Wijnkoop en Dick waren de sprekers. Ze werden ingeleid door raadslid Aalbert Jan Gerritsen. Deze betreurde de geringe opkomst en beval de kandidatuur van Dick bij de aanwezigen aan.
Dick wees er in zijn toespraak op dat de aanstaande verkiezingen van groot belang waren. Er waren grote verschillen tussen die van 1935 en die van 1939. De klassentegenstellingen waren nog scherper geworden. In deze periode vonden de fascistische veroveringen plaats die hij in zijn betoog schetste. Het fascisme had zijn laatste troeven nog niet uitgespeeld. De tweede imperialistische oorlog was eigenlijk al begonnen. De afbrokkelende democratieën waren bang voor de internationale arbeidersbeweging en zagen in het fascisme een goed tegengif. Daarom was het de taak van de arbeidersbeweging om het fascisme de pas af te snijden. Dick waarschuwde ervoor om de situatie niet te gemakkelijk op te vatten. Het Duitse fascisme wilde Nederland tot vazalstaat maken. Hitler was een gevaarlijke bluffer. Duitsland mengde zich via de NSB in Nederlandse aangelegenheden. Verder wees hij erop dat de NSB antisemitisme nastreefde. Volgens hem had de regering Colijn de voedingsbodem voor het fascisme gelegd.
Vervolgens ging hij in op de situatie in Nederland: het aantal vermogens boven de dertigduizend gulden groeide en het aantal miljonairs was tot 877 gestegen. De levensstandaard van de massa daalde en er waren nog steeds meer dan 400 000 mannen boven de 18 jaar werkloos. Over de SDAP zei hij dat hun oranjeverheerlijking en het koersen op de bourgeoisie de arbeiders afschrikte. Ook had deze partij weinig hulp geboden aan de Spaanse republiek. Ze waren kennelijk bang voor de katholieken.
Tot slot oefende hij kritiek uit op de trotskisten van de RSAP (Revolutionair Socialistische Arbeiderspartij), die het fascisme handlangersdiensten bewezen met de leuze “Geen kanonnen, maar arbeid en brood”.
Dick haalde in kieskring III Deventer in totaal 807 stemmen, waarvan 779 in de gemeente Deventer. H.J. Geesing uit Enschede bemachtigde in de Provinciale Staten de enige zetel voor de CPN.
Eind april 1939 stelde de afdeling de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen vast. Dick kwam op plaats twee te staan, achter Aalbert Jan Gerritsen. Bij de raadsverkiezingen van 15 juni haalde de CPN wederom één raadszetel.
Vakbondsman
Dick was eveneens actief in de Centrale Bond van Transportarbeiders, een NVV-bond. Op 25 november bracht hij namens de afdeling Deventer de felicitaties over aan de plaatselijke afdeling van de Nederlandse Arbeiders Sportbond, die ter gelegenheid van het tienjarig bestaan een receptie hield in Het Hoekhuis.
Op 10 februari 1940 vierde de transportarbeidersbond zijn twintigjarig bestaan, eveneens met een receptie in Het Hoekhuis. Tijdens deze bijeenkomst brachten twee kinderen het bestuur een bloemenhulde als dank voor hetgeen de afdeling voor de kinderen had gedaan. Daarop bood voorzitter Dick Bannink hen chocolade aan. Voordat de feestcommissie allen uitnodigde voor het avondfeest in Help U Zelven, somde de voorzitter de schriftelijk binnengekomen felicitaties op. Hij sloot af met de mededeling dat het gedoneerde geld geschonken zou worden aan Kindervreugd, “omdat uit de jongeren later de nieuwe strijders komen voor de organisatie en de arbeidersklasse”.
De illegale CPN
Op 20 juli 1940 werd de CPN door de Duitse autoriteiten verboden. Kort daarna werd er een illegale CPN-groep in Deventer gevormd. Om dit te regelen had de partijleiding een vertrouweling, Geerligs, naar Deventer gezonden. Deze legde onder meer contact met Toon (Anton) Kleinbussink en Dries (Andries) Hendriks. (3) Toon en Dick Bannink maakten deel uit van deze groep. (4)
Op 23 november 1940 verscheen de eerste illegale Waarheid. De krant kwam tweewekelijks en landelijk uit. (5) Dick was actief bij het stencilen en verspreiden van de krant.
Dick was ook al vroeg bij andere verzetsactiviteiten betrokken. Hij gaf de Enschedese communist Siegfried Hornstra opdracht om de aanleg van een vliegveld bij Deelen in kaart te brengen. Hornstra trad daartoe in dienst van de aannemer die de aanleg uitvoerde. (6)
25 juni 1941
In de vroege ochtend van 25 juni 1941 pakte de gemeentepolitie van Deventer op last van de Duitse autoriteiten 17 “revolutionairen” op.
Toon Bannink werd afgehaald op zijn huisadres Polstraat 67, Dick op Eerste Weerdsweg 87. Vanuit Apeldoorn werd eveneens een verdachte van “communistische activiteit” overgebracht en ingesloten. In de loop van de dag werden vier van hen weer vrijgelaten. De overige veertien werden ’s avond om halfzeven door de Ordnungspolizei opgehaald. Hun bestemming was Kamp Schoorl, links op de foto (fotocollectie Wil Janssen, Camperduin).
Deze landelijke actie ging uit van Rauter, de hoogste SS- en politiefunctionaris. In Overijssel berustte de coördinatie bij de Aussenstelle van de SD te Enschede. De arrestaties verliepen betrekkelijk gemakkelijk, omdat de CID (Centrale Inlichtingendienst) al vanaf 1919 lijsten van radicale socialisten en communisten bijhield. Toon komen we al tegen op een lijst van 1919. Hij en zijn zoon staan uiteraard op de lijst van 1939. Naast geboortedatum, geboorteplaats en beroep wordt over Toon het volgende opgemerkt: “C.P.N.-propagandist; onbetrouwbaar; in 1935 cand. C.P.N. gem. raad.” Bij Dick wordt volstaan met zijn geboortedatum en zijn kandidatuur voor de Provinciale Staten in 1939.
Nadere details gaf de gemeentepolitie ongetwijfeld op 1 maart 1941, toen zij de namen en adressen van de leidende personen binnen de CPN-Deventer aan de Sicherheitspolizei in Enschede doorgaf.
Kamp Amersfoort
Kamp Schoorl werd eind oktober 1941 opgeheven. Een groot aantal gevangenen werd vanaf medio augustus groepsgewijs naar Kamp Amersfoort getransporteerd. (7) Mogelijk behoorden Toon en Dick tot de groep van 250 communisten die op 18 augustus Kamp Schoorl verliet. (8)
Vader en zoon komen we tegen in het egodocument van dokter Roorda, die van 20 maart tot 8 augustus 1942 in Kamp Amersfoort verbleef. Hij beschrijft Dick als de voorman van de “sanitäters” (verplegers). In Schoorl was hij al één van de leidinggevende figuren onder de gevangenen. Hij organiseerde voorstellingen, waarin hij als koorddanser en acrobaat optrad. Nadat hij in Kamp Amersfoort geïnterneerd was, begon hij een eerste hulpdienst, die langzaam uitgroeide tot een accommodatie met een ziekenzaal voor 24 man, een dokters- en behandelkamer. Hij werd de vraagbaak en vertrouwensman van het hele kamp. Hij was veilig voor de Duitsers, omdat hij intelligent was en tactisch opereerde. In zijn grijze trui liep hij door het verblijf of zat hij als een dokter achter zijn bureau in de spreekkamer. Dick was zich steeds bewust van de dreigende gevaren en de onzekerheid van zijn positie. De artsen stonden onder leiding van deze commandant/ex-badmeester. Hij was hun gerespecteerde chef, omdat hij de weg wist in de gevaarlijke kampomgeving, zijn werk serieus deed en in zijn vrije tijd een gezellige man was.
Dick Bannink was een bijzondere persoonlijkheid die veel goed werk deed voor de joden, de zieken en de Russen. Vooral de Russen hadden zijn sympathie, omdat zij kameraden waren van de grote internationale communistische partij. (9) Ook Toon was met het lot van de Russen begaan. Hij en Dick gaven een kleine, zieke krijgsgevangene bescherming in hun verblijf en probeerden de Duitsers uit zijn buurt te houden.
Toon werd in juni 1942 op transport gesteld naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Dick bleef achter in Amersfoort.
Gefusilleerd
Dick komt op drie gijzelaarslijsten in het archief van de SD voor. Op twee ervan staat vermeld dat hij in Amersfoort is geïnterneerd. Op de derde lijst staat onder de opmerkingen dat hij op 16 oktober 1942 is doodgeschoten.
Dick is één van de 15 strafgijzelaars, die op bovengenoemde datum als represaille voor de spoorwegaanslagen en brandstichtingen in Oost-Nederland werden gefusilleerd. Onder hen waren nog vier Deventenaren: William van Ewijk, Aalbert Jan Gerritsen, Daan van der Meulen en Johan Roebers. (10) Rechts de bekendmaking in de Koerier.
Neuengamme
Toon kwam op 19 juni 1942 in Neuengamme aan. Hij was politiek gevangene en had gevangenennummer 7352. Mogelijk heeft hij in de periode september – december 1944 in het buitenkamp Husum-Schwesing gewerkt ten behoeve van het Duitse leger. De gevangenen moesten daar onder meer tankgrachten graven. (11)
In het zicht van de bevrijding kwam Toon op 3 mei 1945 om bij de ramp op de Cap Arcona, het luxe passagiersschip met gevangenen, dat per ongeluk door de Engelsen werd gebombardeerd.
De herinnering
Ton Bannink herinnert zich zijn grootvader als een innemende man met een martiale snor; zijn vader als een sportman die veel weg was. Beide mannen hadden gemeen dat ze recht door zee en zeer principieel waren.
Met “opoe Bannink” (Driesje) had Ton een bijzondere band. Hij omschrijft haar als een sterke, liefdevolle vrouw, die het verlies van haar zoon en van haar man een plaats wist te gegeven. Zij had een groot inlevingsvermogen en stond voor iedereen klaar.
Ze overleed op 7 februari 1964. (12)
© Johan van der Veen
Noten:
Naast de in de tekst genoemde bronnen is gebruik gemaakt van de volgende bronnen en literatuur:
(1) Deze biografische schetsen zijn mede gebaseerd op het interview met de heer Ton (Antonie) Bannink, kleinzoon van Toon en zoon van Dick, op 20-8-2018. Ton heeft na de oorlog veel informatie van zijn oma Driesje Bannink - van de Vijver gekregen;
NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 0724, Burgerlijke stand Deventer, inv.nr. 234 (akte 29);
NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 1414, Bevolkingsregister Deventer, inv.nr. 2652 (blad 99);NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 0768, Burgerweeshuis en Kinderhuis, inv.nr. 1671a (Bannink), 1673 (blad 38), 1677 (blad 169), 1701 (p. 216); NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2679 (blad 73), 2702 (blad 112), 2713 (blad 149), 2740 (blad 106);
Archief CPN, inv.nr. 155, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam (Antonie Bannink);
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0263 Gemeentebestuur Winterswijk, 1808-1991, inv.nr. 3430 (blad 691);
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 1539 Gemeentebestuur Winterswijk-akten burgerlijke stand, 1811-1960, inv.nr. 46 (blad 58);
NL-DtcSARA 1539, inv.nr. 26 (akte 210); NL-DtcSARA 0263, inv.nr. 3432 (blad 1335), inv.nr. 3433 (blad 1855);
NL-DtcSARA 1539, inv.nr. 46 (blad 58), inv.nr. 47 (blad 8);
NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2698 (blad 138, 196a, 197); Gelders Archief. Toegang 0207 Burgerlijke Stand Gelderland, dubbelen, inv.nr. 5913-Culemborg (akte 39); inv.nr. 3888-Laren (akte 29);
NL-DvHCO, ID 0724, inv.nr. 86 (akte 186); NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2720 (blad 121);
NL-DvHCO, ID 0724, inv.nr. 745 (akte 635), inv.nr. 773 (akte 25);
NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2720 (blad 121);
NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 326 (gezinskaarten Antonie Bannink);
Deventer Dagblad, 23-5-1919;
Deventer Dagblad, 31-7-1919;
Handelingen van den Raad 1919, vergadering van 2 september, p. 652, 653;
NL-DtcSARA 0263, inv.nr. 3497 (blad 358);
Persoonskaart Driesje Johanna van de Vijver (Centraal Bureau Genealogie);
Deventer Dagblad, 10-7-1934, 11-7-1934;
NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 0759, Politie Gemeente Deventer, inv.nr. 571-1 (tabbl. 17);
Deventer Dagblad, 14-5-1935, 18-6-1935;
NL-DvHCO, ID 0759, inv.nr. 604-4 (tabbl. 2);
Deventer Dagblad, 16-12-1931, 26-1-1932, 6-7-1932, 28-10-1932, 13-3-1933, 15-1-1934;
Deventer Dagblad, 24-10-1933;
NL-DvHCO, ID 0724, inv.nr. 181 (akte 41); NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2694 (blad 197);
NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 326 (gezinskaart Dirk Johan Hendrik Bannink) en 391 (gezinskaart Johannes Rodert);
De Koerier, 6-9-1940;
Deventer Dagblad, 30-11-1931, 6-2-1933, 10-4-1933, 8-5-1933, 26-10-1936, 20-11-1936, 23-11-1936, 20-3-1937, 3-3-1938;
Archief CPN, inv.nr. 155, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam (Dirk Johan Hendrik Bannink): brief van de heer H.H. Siegrist;
Deventer Dagblad, 5-9-1935;
De Koerier, 15-1-1940;
Deventer Dagblad, 3-3-1938;
Archief CPN, inv.nr. 155, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam (Dirk Johan Hendrik Bannink);
NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 1382, Gemeentebestuur van Deventer II (1930-1950), inv.nr. 1106, met daarin een lijst achter een met de handgeschreven concept brief van 23-8-1937;
Deventer Dagblad, 8-3-1939, 14-3-1939;
Deventer Dagblad, 14-4-1939;
Deventer Dagblad, 20-4-1939;
Deventer Dagblad, 25-4-1939, 9-5-1939, 16-6-1939;
De Koerier, 27-11-1939;
De Koerier, 12-2-1940;NL-DvHCO, ID 1382, inv.nr. 1427 (20); NL-DvHCO, ID 0759, inv.nr. 82 (176); Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Archief Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (Höhere SS- und Polizeiführer Nordwest), inv.nr. 1188;
Lijst van Nederlandse revolutionairen, 29-4-1919: http://resources.huygens.knaw.nl/watermarker//pdf/cid/0100-0199/190.pdf;
Door de CID opgestelde lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper: http://resources.huygens.knaw.nl/watermarker//pdf/cid/2200-2299/2232.pdf;
NL-DvHCO, ID 0759, inv.nr. 81 (60);
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Europese Dagboeken en Egodocumenten, inv.nr. 162, p. 21-23;
Häftlingskarte, Neuengamme, 1.1.30.6/3616424/ITS Digital Archive, Arolsen Archives. Het gaat hier om een kaart waarop de naam van Antonie Bannink ontbreekt, maar waarvan de andere gegevens wel op hem betrekking hebben;
NIOD, 077 Archief Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, inv.nr. 1119;
Totennachweiskarte Antoni Bannink, Neuengamme, 1.1.30.7/3638136/ITS Digital Archive, Arolsen Archives;
Mail van International Tracing Service van 2-5-2018.
(2) Ron Blom, De oude Socialistische Partij van Harm Kolthek, Delft, 2007, p. 142.
(3) Hansje Galesloot, Susan Legêne, Partij in het verzet. De CPN in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, 1986, p. 42-43; Joop Morriën, De leiding van de illegale CPN 1940-1943, Amsterdam, 2001, p. 14.
(4) Coen Hilbrink, De Ondergrondse. Illegaliteit in Overijssel 1940-1945, Den Haag, 1998, p. 137.
(5) Partij in het verzet, p. 57.
(6) De Antifascist, 1982, nummer 4, p. 16.
(7) Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog.
Gevangenen en Gedeporteerden, dl. 8, tweede helft, ’s-Gravenhage, 1978, p. 554.
(8) http://www.kamp-schoorl.nl/
(9) Het gaat hier om de 101 Russische krijgsgevangenen, vermoedelijk hoofdzakelijk uit Oezbekistan, die in september 1941 in Kamp Amersfoort aankwamen. Een groot aantal stierven aan de onmenselijke behandeling die hen ten deel viel.
Op 9 april 1942 werden de 77 nog levende Russen gefusilleerd: http://sovjet-ereveld.nl/het-ereveld/
(10) Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog juli ’42 – mei ’43, dl. 6,
eerste helft, ’s-Gravenhage 1975, p. 74-75.
(11) https://nl.wikipedia.org/wiki/Kamp_Husum-Schwesing
(12) Persoonskaart Driesje Johanna van de Vijver (Centraal Bureau Genealogie).
© Johan van der Veen